Bezoek aan Fes
10 April 2009
Vandaag met de trein van Sale naar Fes, de oudste hoofdstad van Marokko. Ruim op tijd op het station (voor onze begrippen), maar een rij van 10 voor het loket doet al het ergste vermoeden. Deze trein moeten we niet missen, want de volgende gaat pas over 2 uur. Gelukkig gaat de rij snel en als we aan de beurt zijn hebben we nog 5 minuten over. Maar......we hebben onvoldoende roebels, en Euro's en credit cards accepteren ze niet. Godver de godver, waar is de dichtsbijzijnde flappentapper? "Daar aan de andere kant van de weg". OK, sprintje trekken. Flappentapper buiten gebruik. Godver de godver! Ah, daar is er nog een, slechts 300 meter verder. Nog een sprintje trekken. Flappen tappen, sprintje terug, de rij voorbij rennen, 1e klas inmiddels vol, dan maar 2e klas, betalen, sprintje naar de trein. De geur van verse urine komt je op het perron al tegemoet... Snel naar binnen, alle zitplaatsen bezet! Godver de godver!! Moeten we nu zeker 3 uur staan in een hete stinkende trein? Leuk zo'n dagje op stap! Gelukkig komt er na een half uur wat plaats vrij en kunnen we gaan zitten (nog steeds in een hete stinkende trein). Maar, het geluk is met de domme: in de trein komen we een Abdul de vriendelijke Marokkaan tegen die voor ons wel een gids en busje kan regelen in Fes. We onderhandelen over de prijs en bij aankomst op het station staat het busje al klaar.
Op ons verzoek gaan we eerst lunchen (5 broodjes kebab en 10 flessen cola voor 15 Euro). We rijden vervolgens 2 uur rond langs koninklijke paleizen, uitzichtspunten, pottenbakkerij, etc. en worden dan afgezet aan de ingang van de Medina (oude binnenstad) waar onze gids klaar staat. Binnen 10 minuten zijn we blij dat we een gids hebben; hier waren we alleen nooit meer uitgekomen: de Medina bestaat uit 9500 kleine smalle straatjes en steegjes, zonder verkeer, met 350 moskeetjes, honderden ezels voor het interne transport en naar schatting 1 miljoen inwoners. Een overweldigende indruk. Bakken vol met olijven, soorten fruit en groente die ik nooit eerder heb gezien, een afgehakte kamelekop bij een slager die alleen kamelenvlees verkoopt, straten vol met kleermakerijen, houtsnijders, koperslagers, bakkers, nougatkneders, zilversmeden, tapijtknopers, pannekoekenbakkers en nog veel meer. Afrika op zijn best. Maar ook : het graf van Idriss II, een van de grondleggers van Marokko ligt vlak bij een leerlooierij waar kinderen geite- en kamelenhuiden onderdompelen in bakken vol met duivenstront om ze te prepareren voor het verfbad, en op weg naar buiten lopen we langs bedelende vrouwtjes die hun behoefte zitten te doen op straat, en hopen met stinkende vuilnis die ligt weg te rotten. Je hoeft de mensen hier niet te benijden. Deze wandeling door de middeleeuwen laat zien dat we in het Westen misschien veel zijn kwijtgeraakt, maar vooral heel veel hebben gewonnen. Na een urenlange wandeling brengt de gids ons terug naar het station waar we in een weggestopt donker restaurantje een biertje kunnen drinken. Hadden we alleen nooit gevonden; op straat wordt nergens alcohol geschonken.
Om 8 uur 's avonds wachten we met honderden Marokkanen op een pikdonker perron op een pikdonkere trein waarvan de airco het wederom niet doet. Na 3 uur sauna lopen we in Sale door de frisse avondlucht terug naar onze de boot. Wat een oase van rust. Douchen en naar bed. Morgen varen we verder.