Minister op bezoek
16 July 2012 | Port Clyde
Sander
Opa Vogelbird is niks veranderd in die 8 jaar. Ondanks een baardje wordt hij snel herkend als hij de jachthaven van Robinhood in komt rijden. Wat een heerlijk weerzien. Rikke en Imme vliegen hem in de armen, al waren ze maar 4 en 2 toen ze hem voor het laatst hebben gezien in Zweden. Pippa had hij nog nooit gezien, maar het klikte meteen toen de Nijntje boeken weer werden voorgelezen (net als in 2004) en Pippa zijn uitspraak moest corrigeren. “Opa Pluus fond in het bos, een sjtok en nam die mee, op weg naar huus kraeg opa toen een erg goed idea. Ierst nam hij een sjtuk sjoerpapier; kaik maar hier zie je dat en daarmee sjoerde hij de sjtok toen heel moei rond en glat”. En zo twee hele Nijntje boeken door; onder schatergelach van Rikke, Imme, Mich, Jean en mij. Maar hij had Pippa’s totale aandacht, net als 8 jaar geleden met Rikke en Imme. We hadden twee heerlijke dagen samen tot Zondag het weer tijd werd om afscheid te nemen en wij vertrokken, “Down East”, zoals ze hier zeggen.
Door een prachtig landschap van smalle, diepe doorvaarten tussen rotsachtige, met dennenbomen begroeide eilanden varen we naar het Noord Oosten. Voor het eerst in al die jaren dat we onderweg zijn op dit Rondje Atlantic, varen we overwegend Oost, dus terug richting Europa. We merken het meteen, het wordt kouder aan boord! Ondanks stralende zon moeten we weer vesten aan bij het varen en als Imme halverwege de tocht mij achter het stuurwiel komt knuffelen, zoals ze zo vaak doet, vind ze mijn oren zo koud dat ze spontaan een muts voor me gaat halen… Hier en daar steekt een zeehond zijn snuit boven water en kijkt verbaasd naar wat daar weer voorbijkomt.
Een halve dag later pikken we een boeitje op in Port Clyde, een dorpje in de Middle Of Nowhere met tien huizen, twee kerken, een kroeg en de Port Clyde General Store. En daar kwamen we voor. Hier kunnen we boodschappen doen, verse groente, fruit, brood. De kinderen trekken de aandacht als ze in het Zittesj door de winkel roepen, “Kiek Imme! Hiej höbbe ze zelfs hagelsjlaag!” Binnen de kortste tijd komen de locals vragen waar we in godsnaam vandaan komen. Duits en Nederlands hebben ze wel eens gehoord, maar dit ? En voor de zoveelste keer doen we ons verhaal, over de overtocht en de reis langs de Amerikaanse kust. En van het een komt het ander. Een nette mevrouw overhoort ons verhaal en is onder de indruk dat we dat allemaal met zijn vijven doen op een boot van maar 42 voet… Ik dacht meteen, waarmee bent U dan hier ? Het blijkt het 78 voets luxe motorjacht Revelry dat ons eerder die dag is voorbijgestoomd. Als ik de meisjes later aanwijs welk schip bij die mevrouw hoort, roept Rikke “Oooh daar wil ik wel eens op!” Goed, ga maar vragen. Ze rennen samen terug naar die mevrouw en tikken op haar schouder “can we please see your boat?” “Yes, of course, welcome!” Een kwartier later zitten Mich en ik aan de franse witte wijn, met toastjes met gebakken camembert in bruine suiker met pecan noten, bereid door de kok terwijl de kapitein de meisjes rondleid over de brug. De eigenaar en zijn echtgenote vinden het prachtig om zo spontaan bezoek te krijgen op hun jacht dat ze pas 2 maanden in bezit hebben. Ze hebben "al hun huizen verkocht, behalve een in Annapolis" en wonen nu op hun motorjacht met professionele bemanning… Het blijkt te gaan om een voormalig minister van werkgelegenheid in de regering van Ronald Reagan. Zij was interior designer van de upper class in Washington. Het schip overtreft onze verwachtingen. De “master bedroom” is groter dan onze hele boot en de kombuis is ruimer dan onze keuken thuis. We nemen de politieke, financiële en economische situatie van de US en Europa “even” door en de dames bespreken interior design. De meisjes worden verwend en raken maar niet uitgekeken. Weer het zoveelste geval van de meest gastvrije en vriendelijke Amerikanen die je je maar kunt voorstellen. Morgenvroeg komen ze bij ons op de koffie…
De meisjes ruimen ’s morgens hun kamer op alsof ze een koning op bezoek krijgen. “Waarom doe je dat dan normaal niet uit jezelf?” “Ja, maar dit zijn echt hele rijke mensen.” “Ja nou, als die naar de WC gaan moeten ze ook gewoon...” “Papa!!!”. Het was weer super gezellig samen en bij het afscheid drukken ze ons op het hart om bij een volgend bezoek aan Washington of Annapolis toch vooral even aan te komen…
We gooien de trossen los en varen bij een stralend zonnetje de haven van Port Clyde uit om amper een paar mijl buitengaats te worden overvallen door potdichte mist. De Maine Fog waar men ons zo vaak voor had gewaarschuwd. Radar aan en stapvoets verder naar Camden. Gelukkig breekt de zon snel door en kunnen we voor het eerst in 2 weken eens lekker zeilen.