Finistère

Vessel Name: Finistere
Vessel Make/Model: Allures 44, centreboard.
Hailing Port: Le Pouldu, Bretagne, France
Crew: Ko en Marjolein
About: 2009: Eind vijftig, vaarplan is niet aanwezig anders dan het zomer halfjaar in Nederland / Bretagne en de wintermaanden aan boord. Eerst maar eens naar de Carieb en dan zien we wel verder.
Extra: 2012: inmiddels 60+, 3 mooie winters in de Carieb, nu richting Brazilië....
07 March 2012 | Grenada, Prickly Bay
07 February 2012 | Mustique (St.Vincent & Grenadines)
14 December 2011 | English Harbour, Antigua
01 December 2011 | St.Martin
13 January 2010 | Sint Maarten
19 October 2009 | Santa Cruz, Tenerife
17 October 2009 | Gran Canaria
09 October 2009 | Rabat
05 October 2009 | Lagos
17 September 2009 | Baiona, Spanje
02 September 2009 | Santa Marta de Ortiguera
20 August 2009 | Cap Breton
15 August 2009 | Belle-Ile
14 August 2009 | Le Pouldu, Bretagne
21 June 2009 | puntje Bretagne
10 June 2009 | Cherbourg
Recent Blog Posts
07 March 2012 | Grenada, Prickly Bay

feb-maart 2012

Grenada, waar we al weer een paar weken liggen en luieren, is het zuidelijkste eiland van de Caribbische boog. Verder naar beneden komen nog Trinidad & Tobago, een staatkundig zelfstandig land, maar geologisch een soort verlengstuk van Venezuela. Er zit maar een klein stukje ondiep water tussen de twee [...]

07 February 2012 | Mustique (St.Vincent & Grenadines)

t/m 7 feb.2012

Sinds half december, dus al weer een week of zeven zeilen we nu rond in de “echte” Carieb, het eilandenrijk met de British Virgins in het Noorden en Grenada als zuidelijkste eiland. Het vertegenwoordigt misschien 5% van het Caribbisch oppervlak maar herbergt 95% van de bootjes en boten.

feb-maart 2012

07 March 2012 | Grenada, Prickly Bay
Ko
Grenada, waar we al weer een paar weken liggen en luieren, is het zuidelijkste eiland van de Caribbische boog. Verder naar beneden komen nog Trinidad & Tobago, een staatkundig zelfstandig land, maar geologisch een soort verlengstuk van Venezuela. Er zit maar een klein stukje ondiep water tussen de twee staten.
In de zeilboekjes over de Carieb horen T & G er ook niet echt bij maar wij zouden er toch naar toe.Vanwege wat technische probleempjes maar vooral omdat we toch wel erg veel anekdotes hoorden over de wat losse zeden en gewoontes in het algemeen en wat extra gedurende carnaval en na ruminname zijn wij lafhartig blijven hangen in de Prickley Bay en de happyhour-bar aldaar. Hoe langer je blijft, hoe meer verhalen. Wat geloof je en wat niet? Sommigen liggen hier al 10 jaar, die geloven te veel.
Een baai als dit is toch al een smeltkroes van uiteenlopende types; overdag kunnen we wandelen en toeristische dingetjes doen met brave families of Oostenrijkse Harry en ‘s avonds luisteren naar Irakveteranen die uitleggen met welk type wapen je het beste Venezolaanse vissers/piraten van je afschiet of naar Eric die op een stalenkotter van 35 meter lang en 200 ton zwaar –de v.h. IJmuiden 154- in zijn eentje rond de wereld zwerft en wiens stelregel is: hoe meer bemanning , hoe meer problemen. Een andere zoutwater veteraan zei me: als iemand zegt dat hij nog nooit aan de grond gezeten heeft, dan of liegt hij, of, hij is nooit ergens geweest.
Dit waren louterende woorden want we zaten toevallig net in de PTS-verwerking. Dat kwam zo; beurstechnisch zijn we best tevreden over de prestaties van Akzo-Nobel, maar wat ze met de ene hand geven nemen ze met de andere terug. We hadden in oktober nog een verfbeurt voor het onderwaterschip gedaan, pakweg 1500 euros richting deze hightech firma die verf fabriceert waar schijnbaar meer voedings- dan afweerstoffen in zitten. Bootjes met deze verf (Trilux33 International) worden dan ook met gejuich begroet door de lokale onderwaterfauna. Zo nu en dan moet er daarom ingegrepen worden en dan komt er een duiker (of je doet het zelf) die de meeste pokken en ander aangroeisel van de romp schraapt. We hadden dit ’s ochtends laten doen en na de lunch tuften we terug naar onze ankerplaats, althans dat was de bedoeling. Het was maar een paar honderd meter , we kenden de weg en ook het rifje dat pal naast het jachthaventje ligt lag er de hele week al. Ai, een lijn in de schroef. Verbazingwekkend hoe snel je muurvast komt te zitten op zo’n minirif.
Hoe beschut voor de wind een baai ook ligt, er loopt altijd deining vanaf de oceaan. Lange golven die je normaal amper merkt maar bij zo’n rif toch een gemeen brandinkje opbouwen . Ieder golfje duwt je dan wat hogerop, stevig vast! Het moment om vrienden te maken was daar: een stuk of 15 bijbootjes met bij elkaar 200 pk motorvermogen hebben echt heel erg hun best gedaan, Stevige boys stonden in het water te duwen, iedereen had een mening / advies maar we bewogen geen centimeter meer. Gelukkig ook niet in de richting van de steilklif op 10 meter afstand. Dit alles speelt zich af op 30-40 meter van de jachthavensteiger waar het aanzienlijk drukker was dan normaal, allemaal zeilers natuurlijk, geen ramptoeristen.
Was goede raad maar duur, onze enige raad zat in radeloos. De romp en de roeren knarsten op het koraal , een heel onplezierig geluid, gaat door merg en been, de golfjes spatten vrolijk baldadig uiteen tegen de spiegel en langzaam zakt de boot een beetje scheef. Lein en ik en de hulptroepen aan boord namen eerst maar eens een biertje tegen het bibberen.
Nu schreef ik in mijn vorige blog dat eb en vloed in de Carieb geen rol spelen in het normale vaarbestaan, de tijverschillen zijn gering en de stroom die er mee samengaat is onvoorspelbaar cq. gering. Maar in onze huidige minder dan normale positie boven op het rif zou een 50 cm meer water onder de boot natuurlijk een slok schelen, leek ons. Tja, dezelfde avond 09.00u zou er volgens de boordcomputer met hoogwater een 40cm bijkomen en de volgende ochtend nog meer, zo’n 60cm. We hadden geen idee of dit genoeg zou zijn omdat we niet wisten hoeveel de golven ons omhoog hadden gedrukt, wel wisten we nu dat we niet al te lang voor het officiële laagwater vast waren komen te zitten. Er lag , om de boot recht op de golven te houden, al één anker achteruit. We hebben er nog twee. Dus beide hoofdankers met 50meter ketting van 12mm gevolgd door 100meter tros plus het aluminium hekanker met 70 meter lijn eraan uitgebracht in de richting die ons het snelst weer naar dieper water zou brengen. Lijnen op de lieren en hopen dat het water inderdaadopkomt. Inmiddels was het donker en donker in deze streken betekent ook echt donker, de brekende golven klinken dubbel zo bedreigend , we kunnen nu alleen maar wachten, dus tijd genoeg om eens na te denken hoe je het de verzekering gaat vertellen.
De lange ankerlijnen zijn van 22mm nylon, dit materiaal is relatief rekbaar en dat moet ook. Met de lieren zetten we er zoveel mogelijk spanning op. Die spanning gaat als het ware in de lijnen zitten en als de boot dan ietsje wordt opgelicht door een golfje wat er onderdoor rolt heb je kans dat het de goede kant uit gaat. Dit was ons idee, onze hoop, en zo ging het ook. De eerste meter is een drama, je weet niet of je beweegt, zo ja of het de goede kant uit is, het kon ook zijn dat het opkomende water ons hoger het rif opduwde ondanks de de ankers. Als dat laatste gebeurt dan is het einde verhaal. Ook klinken de geluiden die de boot maakt als hij nog wel in het rif vast zit maar ook al een beetje meebeweegt met de golven in het pikdonker nog erger dan overdag. Lein zit met de Ipad met Navionicskaarten (Voor de zeilende lezer: weet niet waarom maar deze zijn nauwkeuriger gebleken dan ons C-map of Garminsysteem) aan de kuiptafel en houdt de moed erin; 1m zie je niet op het scherm , maar 5 meter wel! Om acht uur drijven we weer. Nergens water in de boot, de roeren voelen als altijd, geen zichtbare schade, Oef, leve de werf en aluminium. Volgende dag opgeruimd , gedoken, gecontroleerd,en pizza met veel bier met alle nieuwe vrienden.

Dit gebeurde al weer ruim twee weken terug en speelde ook een rol in de beslissing om niet naar Trinidad te gaan, we hadden het echt even gehad met varen. Gelukkig slijt zo’n gevoel , vergeten is iets heel anders, zodat we nu weer gewoon op weg gaan richting Martinique. Om dochterlief op te pikken, en om wat achterstallige ziekenhuis/ambulance rekeningen van M. te betalen, maar daarover de volgende blog.

t/m 7 feb.2012

07 February 2012 | Mustique (St.Vincent & Grenadines)
Ko
Sinds half december, dus al weer een week of zeven zeilen we nu rond in de “echte” Carieb, het eilandenrijk met de British Virgins in het Noorden en Grenada als zuidelijkste eiland. Het vertegenwoordigt misschien 5% van het Caribbisch oppervlak maar herbergt 95% van de bootjes en boten.
Tot halverwege de 19e eeuw , totdat de industrie opkwam, was landbouw en de handel+vervoer van de daarbij geproduceerde producten de enige manier om rijk te worden. Piet Hein gedrag en het beroven van de oorspronkelijke bevolkingen van hun goud en zilver – vormde, vooral in de beginperiode (zo tussen 1500 en 1650) een tweede mogelijkheid, maar toen de laatste beelden en juwelen omgesmolten en vervoerd waren naar met name Spanje werd deze bedrijfstak minder interessant en moest er toch vooral gewerkt worden.
Het waren vooral Frankrijk en Engeland die een paar eeuwen op al de eilanden grote t/m immense forten bouwden om deze lucratieve landbouw te beschermen . De sterkte en strategische inzichten van de hoofdrolspelers wisselden per plaats en in de tijd, zodat sommige eilandjes wel 17 keer van nationale eigenaar gewisseld zijn. Nederland speelde een bescheiden rol in dit gekrakeel hoewel er bij tijd en wijle goed verdiend werd aan het (stiekum) verkopen van wapens en het omzeilen van douaneregelingen door op te treden als vrijhaven , zeg maar smokkelhaven, en natuurlijk door het vervoer van goederen , inclusief negers.
Na Napoleon hadden de partijen genoeg van het landjepik, de meeste zeerovers( die niet alleen schepen maar ook hele steden aanvielen) en kapers (is juridisch net iets anders) waren verdwenen en er volgde een betrekkelijk rustige periode. Van korte duur. De suikerbiet en de stoommachine werden uitgevonden , de slavernij afgeschaft, en over was het met het grote economische belang van de eilandjes.
De locals mochten het voortaan zelf uitzoeken en gingen zich bezig houden met vissen en boten bouwen , bananen, specerijen, een beetje tabak en weed voor eigen gebruik telen en in het weekend muziek maken . Totdat wij kwamen.
Door slim gebruik van de stoommachine en zijn opvolgers kregen we laatste kwart vorige eeuw zoveel tijd en geld dat we maar op vakantie moesten om het op te maken. Een en ander is licht uit de hand gelopen sindsdien, zodanig dat de eilandbewoners geen tijd meer hebbeen om boten te bouwen en te gaan vissen.Ze zijn te druk met het repareren van onze boten en met het voor ons bereiden van vissen. En daarna moeten ze ook nog optreden.

Voor ons , zoals voor de gemiddelde pleziervaarder is deze Carieb een prima bestemming. De wind is constant , 4-6 Beaufort, rotsen liggen anders dan zandbanken altijd op dezelfde plek, ze doen hier nauwelijks aan eb en vloed met het bijbehorende gedonder en de zon schijnt keurig op tijd , hoewel niet helemaal want waar in Nederland de dagen merkbaar langer worden in februari lijkt er hier geen verschil te zijn. Even afwachten maar.
We liggen sinds gisteren voor anker in Mustique, onderdeel van het landje “ St. Vincent en de Grenadines. Sinds St Maarten hebben we een stuk of 15 eilanden en 7 nationaliteiten bezocht en het is iedere keer weer anders. Dit eiland springt eruit omdat het een soort privébezit is van een select clubje (Mick Jagger en dat soort types) en ongelooflijk keurig is, net Zwitserland, anderzijds heel ongerept omdat er niets gebouwd of ontwikkeld mag worden. Er is één strandbar , wel een chique dus, waar deze week het 19e Mustique Blues Festival loopt (www.basilsbar.com) . De gemiddelde rijkaard is nogal oud hier , maar ook levenslustig; nog nooit in de Carieb zoveel stramme heupen met elkaar zien dansen, wandelstokken gewoon mee de vloer op.
Ik moet nu ophouden want de eerste band begint .In mijn volgende stukje zal ik nog wat uitweiden over komische en licht dramatische nautische gebeurtenissen aan boord van de Finistere.
n.b.We duimen voor goed ijs met niet te veel sneeuw erop voor al mijn schaatsende vrienden en volgen de 11-stedentochtkoorts nauwlettend.

About & Links