San Blas
04 February 2018
Op 18 December, na ruim twee weken van hard werken maar ook genieten van het bijzondere Cartagena (waar uiteindelijk ook de extra MDIs zijn gearriveerd), hebben we het anker gelicht en zijn vertrokken richting San Blas.
Hard werken is de boot weer op orde krijgen en o.a. inkopen doen voor de komende zes weken. San Blas heeft veel eilanden en kokosnoten maar zeer weinig aan proviand. Via de Islas del Rosario, waar Escobar een buitenpaleisje had, en Tintipan in de San Bernardo Archipel (met El Islote als dichts bevolkte eilandje ter wereld:1247 mensen op 0.012 km2) richting Isla Fuerte. Daar weer de andere drie Hollandse boten ontmoet ( K’dans, Zahree en Agaath), met de planning om de komende tijd verder samen te varen en Kerst en Oud en Nieuw te vieren in de San Blas. Fuerte was het laatste Colombiaanse eiland, en het is te merken dat economie (voor sommigen) en toerisme floreren want overal zijn er grote vakantiehuizen te zien, enorme villa’s die gewoon praktisch op en in het water zijn gebouwd.
Vanaf Islas Fuerte is het een nacht varen naar het eerste San Blas eiland, Isla Pinos. De vier Hollandse boten vertrekken tegelijk in de namiddag, met het idee dat er niet veel wind zal zijn en dat het een rustige nacht zal worden, en misschien moet de motor wel aan. Al snel blijkt dat niet te kloppen, en we gaan tegen zonsondergang wel ruim acht knopen. Op dat moment vangt Dick een enorm grote geelvin tonijn (15 kg?) , moet ik van alles aangeven zodat Dick de tonijn niet verliest en aan boord kan krijgen. Ik kijk over mijn schouder en zie dat we zelfs ruim negen knopen gaan. Dat verklaart waarom het binnenhalen van die vis Dick zoveel moeite kostte. De tonijn wordt helaas gedood - arme tonijn - en snel gefileerd en enorme moten worden in Ikea ziplock zakken gedaan, hup de diepvries in. Het is zo’n grote tonijn, dat we volgende dag de drie andere boten ook mee kunnen laten genieten. De onverwacht harde wind en dus hoge snelheid zorgt ervoor dat we rond vijf uur de volgende ochtend op de rem moeten, want we kunnen pas in daglicht bij Isla Pinos aankomen. We gaan bovendien een poosje bijliggen omdat de furl line van de genua vast is gelopen onder de trommel… Heel gedoe om die weer los te krijgen, bij daglicht. Het wordt uiteindelijk een mooie entree, vier Hollandse schepen die in een rij binnen varen. Geen andere schepen.
Hier vieren we Kerst, gewoon in een simpele hut op het strand, waar we wel langostines opgediend krijgen. De volgende ochtend hebben we het hele eiland in ruim drie uur rond gelopen.
De San Blas bewoners, de Guna indianen, peddelen meestal nog rond in een kano, gemaakt door het uithollen van een boomstam, maar hebben tegelijk wel gewoon een mobieltje en bijna elke hut/huis heeft een satelliet disk zo dat er ook naar de TV gekeken kan worden. Als we op Kerstochtend beginnen met onze wandeling rondom het eiland komen we dan ook wat Guna vrouwen tegen, die een mobiel wat hoger tegen een palmboom hebben opgehangen om toch nog een signaal op te vangen… Ook hier is de moderne tijd gewoon gearriveerd. Wel komen ze regelmatig met hun mobieltje langs met de vraag of we die voor hen op kunnen laden.
Na een aantal dagen vertrekt de Nederlandse Armada van vier schepen en nemen we de binnenroute; dwz we blijven binnen het buitenrif en navigeren heel precies van waypoint to waypoint, om vooral nergens vast te lopen of het rif te raken. Het wordt een bijzondere zeiltocht, waarbij we soms vlak langs een rif of eiland varen, met grote brekers. Indrukwekkend. In de weken dat we in de San Blas verblijven motor-zeilen we van het ene eiland naar het andere. Sommige eilanden zijn onbewoond, sommige hebben een heel dorp op het eiland, of er wonen maar een of twee families op een eiland.
Ondertussen raakt Dick gewond aan zijn hand als hij de mast wordt ingehesen (vinger in blok) en verbrandt later lelijk zijn arm als hij een levende kreeft in een pan met kokend water doet. Au! Daardoor neem ik wat taken van Dick over, zoals het schoon schrapen van het onderwaterschip (doe dit, terwijl ik regelmatig om mij heen kijk, want er zijn krokodillen gespot bij sommige eilanden) en de bridle omhoog halen, waarbij ik al liggend op de crossbeam ws mijn ribkraakbeen kneus. Au! Krijg daarbij ook een abces op mijn schouder (insectenbeet?) en moet uiteindelijk aan de antibiotica. Zeilen is niet alleen maar fun!
Bij Kuigaladup/Green island vieren we Oud en Nieuw, nog steeds met de andere Hollandse boten en ook een jonge Frans-Canadese familie. Verlopen noodpijlen worden afgeschoten als alternatief vuurwerk. Verlopen zijn de pijlen, maar ze gaan nog goed af! Haha!
Na Green island gaan we voor anker bij Orduptarboat (Cayos Banderos) en peddelen we naar Dupwala, een klein eilandje. Je loopt er in 5 minuten omheen, mooie plek maar ook hier enorm veel plastic langs de waterlijn. De San Blas eilanden hebben een serieus probleem, door hun ligging aan het einde van de Atlantische Oceaan, in de oksel van Zuid Amerika, komt al het plastic vanaf de Caribische eilanden, Venezuela en Colombia naar deze eilanden gedreven. Schoenen, slippers, plastic flessen - heel veel plastic flessen - het ligt op alle eilanden, soms een dikke laag over het hele strand heen… Samen met twee andere dames van een Canadese tweemaster en de crew van de Agaath, verzamelen we al het plastic dat op dit kleine onbewoonde eiland ligt en steken bij zonsondergang het in de fik. We zorgen ervoor dat alles goed verbrandt en de volgende ochtend is er niets van de hele berg te zien. We weten natuurlijk niet of deze actie succesvol is, vanwege de CO2 en de dioxines die vrijkomen, maar het voelt goed. De dag er na loop ik nog eens het eiland rond en heb zo weer een boodschappen tas vol met plastic. Heel triest.
Naarmate we dichter bij Panama en het Kanaal komen, worden de eilanden drukker en toeristischer. Bij de populaire Holandes Cays liggen al veel boten, maar op onze laatste ankerplaats in de San Blas, bij de vier totaal niet bijzondere Lemon Cays, liggen er 52 boten. Gekte! We hebben gelukkig het mooie oostelijke stuk van de San Blas gezien, maar zijn blij deze drukte nu achter ons te laten.
Maar dan komt het Panamakanaal. Een nieuw avontuur, een nieuwe uitdaging. Het “Point of No Return”…
Daarover meer in onze nieuwe blog, die hoplijk sneller geplaatst zal worden dan deze.
Na het Panama kanaal komt er een enorm stuk open water - zonder Internet.