De Tuamotus, de “Gevaarlijke Archipel”.
03 July 2018
We zeilden de ruim 500 mijl naar de Tuamotus in precies drie dagen, met prachtig zeilweer, hoewel ‘s nachts forse squalls! Maar op het laatst moesten we met weinig tot geen wind beide motoren bijzetten om op tijd aan te komen, in daglicht, maar belangrijker nog, bij dood tij.
Een groter verschil dan tussen de Marquesas en de Tuamotus vind je nergens in de Pacific. Het verschil tussen de Himalaya en de Sahara, schreef R.L. Stevenson in 1881. De Marquesas waren steil uit zee oprijzende oude vulkanen. Bij de Tuamotus (77 atols in een gebied zo groot als West Europa) zijn die vulkanen al miljoenen jaren geleden in zee teruggezakt en resteert alleen het koraalrif rondom met her en der een nauwe passage om naar de lagune, de binnenzee te varen. Vergelijk het met een sla-kom in de wasbak waarvan het randje nog net boven het afwaswater uitsteekt. Dat randje is het koraalrif met af en toe een eiland (een motu) met palmbomen er op. Binnenin dus de lagoon, een oase van rust midden in de oceaan, zo groot en vlak als het IJsselmeer, net zo diep, maar met gemene koraalpunten op de bodem, of tot net onder het wateroppervlak. Dat koraaal is niet te zien met zonlicht tegen, dus altijd met de zon in de rug binnenkomen, en met een polaroid zonnebril op voorzichtig varen en ankeren. Monique stond steeds op het dak en gaf aanwijzingen: bakboord, stuurboord, rechtuit, stop, stop, langzamer… De (electronische) zeekaarten zijn weinig betrouwbaar. In het verleden ging dat vaak mis, maar ook nu nog is het niet ongevaarlijk voor zeiljachten. Daarbij komt dat bij vloed de atol volstroomt door de passages, maar ook door de enorme golfslag die over het koraal heen spoelt. Bij eb moet dat water er allemaal weer uit door die passages, soms maar een of twee, met hoge stroomsnelheden van minstens vijf knopen. En bij wind tegen stroom geeft dat hoge staande golven, een wasmachine. Aan weerszijden van die pas zijn er dan die imposante brekers op het rif. Brr.
Doodtij om binnen te komen duurt maar kort dus nauwkeurige berekening is noodzakelijk. En dat gaat niet volgens het boekje. Allerlei factoren spelen een rol, met name hoeveel water er door de golfslag extra binnenkomt. Een paar slimme zeilers ontwikkelden een Excel programma, de ‘Guestimator’, om uit te rekenen wanneer je waar het best kunt binnenlopen of vertrekken. Niet meer dan een ‘wild guess’ en zelf vertrouwden we meer op de stand van de maan - water immers volgt de maan.
British Admiralty Pacific Islands Pilot Vol. III:
Under normal conditions the approximate time at which the stream in a pass changes direction can be estimated as follows:
One hour before moonrise: slack water of very short duration; outgoing stream begins.
Three or four hours after moonrise: ingoing stream begins
Four hours after moonrise: ingoing stream begins.
One hour before moonset: outgoing stream begins.
Three or four hours after moonset: slack water.
One hour before the moon’s lower meridian passage: ingoing stream begins.
Sorry voor deze vrij uitgebreide beschrijving, maar het fascineerde ons zeer. Wie meer wil weten kijkt op de uitstekende blog van Jacaranda over “The Dangerous Archipelago”:
http://www.jacarandajourney.com/86-tuamotu-islands
In ieder geval hadden wij er een prima tijd. Prachtig helder water - “Le bleu que fait mal les yeux”. Het was zo helder dat we ‘s nachts bij windstil weer bij het licht van de melkweg het hekanker op zeven meter diepte konden zien liggen. Verderop in het water de weerspiegeling van de hele sterrenhemel. We hebben er fantastisch kunnen snorkelen en duiken. In de pas met z’n grote stroming verblijven honderden haaien, die daar alleen hoeven te blijven hangen om water door hun kieuwen te laten stromen. Anders moeten ze steeds blijven zwemmen, in tegenstelling tot andere vissen die hun kieuwen wel kunnen bewegen. Die haaien, voornamelijk black tips van zo’n twee meter, zijn overigens volstrekt niet geïnteresseerd in ons zelf. Wel zwommen ze dagelijks nieuwsgierig rondom onze boot, in de hoop op wat voer, heel bijzonder. ‘s Avonds even een zaklantaarn aan en ze kwamen weer kijken.
Simpel was het niet. Ankeren was moeizaam vanwege alle ‘coral heads’, de ‘bommies’ waar onze ankerketting soms omheen zat, en die zelfs een keer door behulpzame buren die toevallig net aan het duiken waren moest worden bevrijd. Maar het was een bijzondere tijd.
Op tijd zijn we er vertrokken, want andere schepen waren later vanwege slecht weer gevangen in de atol, wachtend op beter weer en minder stroming om er uit te komen.
Wij voeren door naar de Society Islands, naar Tahiti, waarover later meer.